zondag 12 mei 2013

Mijn vergeefse inzending voor de VPRO Bagagedrager: De armen van de Mekong

“Mijn moeder zegt wel eens tegen me dat ik nooit, mijn hele leven niet, ergens rivieren zal zien die zo mooi zijn als deze, zo groot, zo wild, de Mekong en haar armen die naar de oceanen stromen, de watergebieden die in de holten van de oceanen verdwijnen.”

Geen oorlog, geen moeder en zelfs geen minnaar zijn zo bepalend geweest voor het oeuvre van Marguerite Duras als het onverbiddelijke landschap van zuidelijk Vietnam. Het landschap waar de machtige Mekong zijn armen uitstrekt en alles kan meevoeren, verslinden zelfs.

Het is die rivier, en het landschap dat zij voedt, die een eindeloze inspiratie vormden voor de Franse schrijfster. De rivier die de tranen van haar tomeloze verdriet heeft opgeslokt, maar ook de rivier waar de Chinese minnaar om haar liefde vocht, de rivier die Duras’ literaire domein wist binnen te dringen en zo haar donkere armen ook om mij heen sloot.

Net als de kleine Marguerite wil ik de reis maken van het huidige Ho Chi Minh City naar Sa Déc. Niet om op de veerpont een Chinese minnaar op te duikelen, maar om het leven op de Mekong te voelen. Om de verhalen op te tekenen van de mensen die leven op de altijd groene rijstvelden in de delta, om te zien hoe de Vietnamese kinderen steltlopers vangen en hoe die ’s avonds op je bord belanden. Om te voelen hoe een kind met één oversteek op deze machtige rivier volwassen kan worden.

Het voormalige huis van de Chinese minnaar, Huynh They Le, in Sa Déc is sinds 2007 opengesteld voor publiek. Welke sporen hebben Marguerite Donnadieu en haar familie achtergelaten in het koloniale stadje in het voormalige Franse Indochina? Of zijn het slechts de sporen die literatuurtoeristen zelf hebben gecreëerd? Niet alleen het huis van de minnaar staat er nog, ook de school waar Marguerites moeder lesgaf. En hoe zit het met de vrijgezellenflat, waar de liefde werd bedreven met niets dan verkeerslawaai als achtergrondmuziek?

Niet alleen de reis met de veerpont vraagt om een herbeleving, ook de barre tocht over, toen, onbegaanbare wegen van Sa Déc naar Prey Nop in Cambodja met een oude Citroën hoort bij het literaire reisavontuur. Dit is het gebied waar Marguerite en haar broertje één werden met de natuur en op de wilde dieren joegen. Tegelijkertijd is dit de plek waar mevrouw Donnadieu, in tegenstelling tot de bewoners in de delta, jarenlang tegen de oceaan heeft gestreden om ook maar een korreltje rijst te verbouwen. Precies hier zijn een paar jaar geleden met behulp van dijken de grootste rijstvelden van Cambodja gecreëerd.

Deze tweeledige reis door een stukje van Zuidoost-Azië is enerzijds een ode aan de literatuur, anderzijds aan de lokale bevolking. Met de tocht van het voormalige Saigon naar Sa Déc wil ik laten zien hoe diep literatuur een mens kan raken. En in Prey Nop wil ik laten zien hoe de lokale bevolking er decennia later alsnog in is geslaagd de strijd tegen de Grote Oceaan te winnen.

Citaat: Duras, Marguerite. De Minnaar. Vert. Marianne Kaas. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1987.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten